Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Tergende Mij door de werken uwer handen, rokende anderen goden in het land van Egypte, alwaar gij gekomen zijt, om daar als vreemdeling te verkeren; opdat gij [14]uzelven uitroeit, en opdat gij wordt tot een vloek, en tot een smaadheid onder alle volken der aarde? 14. Of, ulieden [allen overblijfsel] uitroeit.